Volgens Lucas Bolsius is een burgemeester wel degelijk geschikt om een raadsvergadering te leiden, omdat hij of zij geen rol speelt bij de besluitvorming: een burgemeester heeft immers geen stemrecht in een gemeenteraad, net zoals wethouders dat niet hebben.

BPA-voorman Hans van Wegen meende aan het eind van de zomer in schriftelijke vragen dat het beter zou zijn om een gemeenteraadslid de vergaderingen voor te laten zitten, omdat een burgemeester anders met twee petten op zit: enerzijds onpartijdig voorzitter van het hoogste orgaan binnen een gemeente, anderzijds voorman van het gemeentebestuur dat zij dient te controleren. De vice-voorzitter is wél een gemeenteraadslid, in Amersfoort is dat CDA’er Ben van Koningsveld.

Van Wegen beriep zich hierbij op een commentaar van professor Twan Tak, hoogleraar bestuursrecht, in een nieuwsbrief van de Vereniging voor Plaatselijke Politieke Groeperingen (VPPG). Tak stelt hierin dat de gemeenteraad in een ‘duaal systeem de eigen positie als hoofd van de gemeente veilig dient te stellen’.

Volgens Bolsius is die positie al voldoende gewaarborgd. De gemeenteraad heeft een onafhankelijk advies- en ondersteuningsorgaan (de griffie), en het gemeentebestuur respecteert de positie van de gemeenteraad, stelt hij.