Dit is de vraag die velen bezighoudt en waar maar geen eenduidig antwoord op lijkt te komen. Experts buitelen over elkaar heen met argumenten waarom er juist wel of geen tweede besmettingsgolf zou optreden. Feit is dat de eerste golf achter ons ligt en dat we zelfs niet weten in welke mate de maatregelen, dan wel externe factoren, zoals het weer, een rol hebben gespeeld in de afname.
Het is momenteel een populair idee dat het virus zich minder makkelijk verspreid in de buitenlucht dan in een afgesloten of slecht geventileerde ruimte. Sommigen gaan hierin nog verder door te stellen dat het in goed geventileerde ruimtes en buitenshuis niet nodig zou zijn om anderhalve meter afstand te houden. Dit is ook een van de argumenten voor het toestaan van personenvervoer met vliegtuigen.
Airborn virussen, zoals Coronavirussen, bestaan echter al miljoenen jaren. Afgesloten ruimtes zijn slechts een recente menselijke uitvinding. Wanneer coronavirussen afhankelijk zouden zijn van slechte ventilatie voor succesvolle verspreiding dan waren zij al lang uitgestorven door natuurlijke selectie. Dit bewijst dat we nog altijd zeer weinig weten over de precieze verspreiding van het virus. Onderzoeken tonen slechts aan dat de verspreiding van virusdeeltjes in fijne vochtdruppeltjes afneemt met de afstand tot de bron en dat de integriteit van het virus afneemt naarmate het langer buiten een gastheer verkeert.
Het is op basis van deze informatie erg moeilijk om betrouwbare voorspellingen te doen over de besmettelijkheid. Daarom is het beter om het zekere voor het onzekere te nemen. Anderhalve meter… ook in de buitenruimte. Echter, ook na anderhalve meter en zelfs tot op drie meter afstand hebben onderzoekers nog virusdeeltjes aangetroffen in aerosols. Het is daarom op zich redelijk te veronderstellen dat de kans op een besmetting afneemt met grotere afstand tot de bron, maar het is allerminst een garantie dat je op drie meter afstand in de buitenlucht niet besmet kunt raken.
Het doel van de Nederlandse overheid is dan ook niet om zoveel mogelijk besmettingen te voorkomen, maar om de besmettingsgraad op een beheersbaar niveau te houden, zodat de zorg niet overbelast raakt. Met de eerste golf lijkt het alsof we door het oog van de naald gekropen zijn, maar de werkelijkheid is dat al veel ouderen en chronisch zieken overleden zijn aan de gevolgen van Covid-19 zonder dat zij in de statistieken zijn beland. Eenvoudigweg omdat er veel te weinig getest is.
Mensen die in de risicogroep van het virus vallen is er alles aan gelegen om niet besmet te raken met het virus en om daarmee het risico op Covid-19 tot 0 te reduceren. Hiertoe blijkt slechts een methode effectief te zijn: quarantaine. Dit is waarom de anderhalve meter regel niet voldoende is voor verzorgingshuizen en deze tijdens de eerste besmettingsgolf op slot gingen.
Als burger in de risicogroep doet u er daarom ook verstandig aan dezelfde maatregelen te treffen: ga met uw gezinsleden vrijwillig in thuisquarantaine om het risico op besmetting volledig uit te sluiten, want zolang er geen medicijn is dat de symptomen van Covid-19 kan behandelen is er een grote kans dat u overlijdt ten gevolge van een besmetting.
Deze zelfisolatie is nodig, omdat de besmettingscijfers van nu slechts een indicatie geven van het beeld van twee weken geleden. Mensen die besmet zijn met het virus zijn binnen enkele dagen al besmettelijk, terwijl ze tot wel twee weken geen symptomen hebben en zich daarom niet laten testen. Er is ook een onbekend deel van de mensen dat wel besmet raakt en anderen gedurende een maand kan besmetten, terwijl ze zelf nooit symptomen ontwikkelen.
Dit is precies het aspect aan onder andere dit virus waar het venijn in schuilgaat en waarom, ongeacht de uitbreiding van testcapaciteit en bron- en contactonderzoek, het virus niet in te dammen is als de omstandigheden voor besmetting weer gunstiger worden. Andere landen hebben ook de testcapaciteit verhoogt en, al dan niet met apps, het bron- en contactonderzoek uitgebreid. Desondanks zien we overal ter wereld weer nieuwe tweede en soms al derde besmettingsgolven van het virus. Het Nederlandse optimisme het virus in toom te kunnen houden bij nieuwe uitbraken is dan ook slechts wensdenken en niet in lijn met de realiteit om ons heen.
Onzes inziens zijn volgende besmettingsgolven de komende jaren dan ook onvermijdelijk en zelfs evident. De enige hoop op uitdoving zit in groepsimmuniteit. Als dit niet mogelijk blijkt te zijn voor dit virus dan hebben we er wereldwijd een heftiger broertje van de griep bij gekregen waar we mee moeten leren leven.
Groepsimmuniteit is alleen mogelijk als minstens 60% van de populatie besmet is geweest met het virus of een werkend vaccin toegediend heeft gekregen en niet opnieuw besmet kan worden gedurende een afzienbare tijd. Het is nog onzeker in hoeverre herbesmetting mogelijk is en hoe lang individuen gemiddeld immuun blijven na een besmetting of na inenting met een nog te ontwikkelen vaccin.
Het is de combinatie van de vele onzekerheden die een somber toekomstscenario waarschijnlijk maakt. Daarmee is pessimisme helaas realistisch, ook al willen veel ambtsdragers, voorlichters, virologen en farmaceuten u anders doen geloven om ‘de moed erin te houden’. Feit is namelijk dat veel mensen nu al gebukt gaan onder zware psychische klachten door verlies van baan en door eenzaamheid. Het sneeuwbaleffect van een wereldwijde economische recessie is onvermijdelijk en doet de werkloosheid enkel verder oplopen.
Daarnaast zullen nog veel meer mensen geconfronteerd gaan worden met Covid-19 besmettingen in hun omgeving. Veel mensen die op de IC belanden worden slapende gehouden met hallucinogene middelen, waardoor zij vaak ontwaken in een delier. Daarnaast lopen veel Covid-19 patiënten permanente longschade op, ook als zij niet in het ziekenhuis opgenomen zijn geweest. Tot slot hakt het verlies van dierbaren en de angst om zelf besmet te raken er bij veel mensen diep in. De onnatuurlijke tegenstelling tussen de maatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan enerzijds en de sociale behoeften van mensen als onderdeel van een volwaardig leven anderzijds leidt tot eenzaamheid, depressies en psychoses.
Het onzichtbare virus, de gruwelijke ziekte die het tot gevolg heeft, de preventieve en mitigerende maatregelen die hier als antwoord op benodigd zijn en de wereldwijde economische recessie waar dit in uitmondt vormen een gevaarlijke combinatie voor de stabiliteit van de samenleving als geheel. Er is weinig fantasie voor nodig om te zien hoe deze combinatie kan zorgen voor maatschappelijke ontwrichting, anarchie of zelfs een nieuwe Middeleeuwen.
Als we hier al op een beschaafde manier doorheen komen is onze verwachting dat het litteken van deze pandemie een hoogst zelfbewuste en lokaal georiënteerde maatschappij achterlaat waarin de angst regeert en het verlichte rationele denken niet langer de ruimte krijgt. De trend die is ingezet door verregaande individualisering van de maatschappij en commercialisering van media en wetenschap komt door deze pandemie in een versnelling terecht met alle gevolgen van dien.
Er is ook reden voor optimisme. Niets van het bovenstaande is in objectieve zin slecht of fout, maar slechts anders. Verandering is het enige wat constant is in ons leven. Soms gaat deze verandering sneller en soms wat langzamer. In zekere zin is intelligentie het vermogen om je aan te passen aan verandering. Niet alleen mensen, maar ook het proces van evolutie door natuurlijke selectie is daarmee intelligent.
Mogelijk is dit de manier waarop de natuur aan de mensheid laat inzien dat haar grootheidswaanzin, arrogantie en ongebreidelde voortplanting op en uitputting van deze planeet onhoudbaar is. De mensheid heeft zich namelijk onvoldoende voorbereid op het feit dat het risico van een epidemie in een dichtbevolkte monoculturele populatie onevenredig groot is. Misschien zijn onze opvolgers wel intelligent genoeg om deze horde te nemen.
Namens de fractie van de Burger Partij Amersfoort (BPA)
Ralph Langendam
Hans van Wegen