Begroting en KadernotaBriefFinancieel GezondJuridische ProblematiekKwaliteit van bestuurVahstal

Brief – Vahstal aanvullende informatie

Geachte Raad,

De afgelopen tijd ben ik bij herhaling benaderd door raadsleden, die mij vragen stellen over de feitelijke gang van zaken in de afgelopen decennia. Ik constateerde opnieuw, dat de raadsleden over een aantal belangrijke aspecten niet goed of onvolledig op de hoogte zijn gesteld. Helaas blijven het college en haar juridisch adviseurs volharden in de gedragslijn met betrekking tot selectieve en soms domweg onjuiste informatieverschaffing. Hierdoor is het voor de Raad onmogelijk om kwalitatief goede besluiten te nemen. Daarvoor is het op z’n minst nodig een juist beeld van de situatie en de daaruit voor de stad voorvloeiende risico’s te hebben. Hieronder geef ik de belangrijkste zaken weer, waarover de raadsleden geen correct beeld hebben (gekregen):

Ten eerste:

De positie van gemeentesecretaris N. Kamphorst en zijn invloed op het proces vanaf 2002 blijft ten onrechte buiten beeld. Het besprekingsverslag van november 2013 ( bijlage), over de relatie gemeente Amersfoort – Vahstal, waarbij aanwezig waren wethouder Buijtelaar, Kamphorst (toen nog afdelingshoofd)en Vahstal geeft wat dit betreft voldoende duidelijkheid. Met name de volgende door Kamphorst uitgesproken zin: “zolang als ik bij de gemeente Amersfoort ben zal er geen schadeplichtigheid worden erkend en zal jij alle zaken opgenomen in de D.V. 98 moeten bevechten, waarbij jij er rekening mee moet houden, dat ik de zesde wethouder ben, echter zonder verantwoordingsplicht en de andere vijf precies zullen doen wat ik in deze voorsta” is tekenend voor de dynamiek van actieve en passieve tegenwerking, die ik in de jaren daarna heb ervaren.

Tot op heden heeft de heer Kamphorst woord gehouden, met alle negatieve consequenties voor de stad van dien.

Ten tweede:

In de raadsinformatiebrief van 2019 ( bijlage) schetst wethouder Buijtelaar in het hoofdstuk “consequenties” precies de situatie, waarin we nu terecht zijn gekomen. De andere (waarschijnlijk ambtelijke) krachten binnen het gemeentehuis wensen dit echter niet te accepteren, waardoor de discussie binnen het gemeentehuis weer overnieuw begint. Dit met alle verstrekkende financiële consequenties van dien.

Ten derde:

Er is een misverstand ontstaan over de inbreng van de deskundigen m.b.t. de onderdelen waarvoor de bindend adviseurs een nadere voorlichting en onderbouwing wensten, voordat zij hun eindbeslissing namen. Bindend adviseurs hebben hiertoe besloten met instemming van de procederende partijen. Zij zijn voorgedragen en benoemd door de bindend adviseurs. Zowel Vahstal als de Gemeente zijn in de gelegenheid gesteld tegen de voorgestelde deskundigen bezwaar maken, maar geen van partijen heeft dat gedaan.

De aangezochte deskundigen zijn vervolgens aan het werk gegaan, nadat beide partijen ook nog hebben gereageerd op de concept opdracht die bindend adviseurs hadden geformuleerd. De definitieve opdracht is dus vastgesteld door bindend adviseurs, nadat beide partijen hierop hun inbreng gegeven.

Bindend adviseurs hebben, na het verschijnen van het conceptrapport van de onafhankelijke deskundigen, wederom beide partijen in de gelegenheid gesteld om op dat conceptrapport schriftelijk te reageren. Van deze gelegenheid heeft met name de Gemeente uitgebreid gebruikt gemaakt (100 pagina’s tekst en meer dan 100 bijlagen). Daarna hebben de deskundigen de opmerkingen en vragen van beide partijen beantwoord en hebben zij hun definitieve eindrapportage gemaakt. Ook op dit definitieve rapport mochten beide partijen weer schriftelijk reageren. Dit hebben beide partijen gedaan. Ook hier is de Gemeente weer uitvoerig in de pen geklommen en heeft zij een omvangrijk processtuk ingediend.

Na een proces van 9 maanden met tussendoor toetsing en becommentariëring door beide partijen hebben de deskundigen dus uiteindelijk hun eindrapport aan bindend adviseurs verstrekt. Bindend adviseurs hebben daarna, met in acht name van de tussenbeslissingen, hun eindbeslissing van december 2020 geschreven. Zoals blijkt uit hetgeen ik hierboven beschrijf, is er ten aanzien van de inschakeling van deskundigen en de totstandkoming van hun rapportage een zorgvuldig proces van hoor- en wederhoor geweest. Uiteraard hebben bindend adviseurs in hun eindbeslissing de definitieve rapportage van de deskundigen betrokken, nu zij zelf – met instemming van beide partijen – hebben besloten om op een aantal onderdelen voorlichting en onderbouwing te vragen aan deze deskundigen. Aan het definitieve deskundigenrapport komt inmiddels geen zelfstandige betekenis meer toe. Want de bindend adviseurs hebben mede op basis daarvan hun eindbeslissing van december 2020 genomen.

Ten vierde:

Het college en haar juridisch adviseurs hebben in de procedure bij voortduring gepoogd onduidelijkheid te creëren over de gang van zaken en de in het verleden genomen besluiten. De bijgevoegde brief van 6 september 2016 van oud-wethouder de Wilde aan oud-wethouder Boer (bijlage), welke brief is mede-ondertekend door de toenmalige wethouders Franzel, Jonkman en de Man, laat niets aan duidelijkheid te wensen over. Uit deze brief blijkt, dat de heer Kamphorst een stellige mening had in lijn met de hierboven geciteerde uitspraak. Deze mening kwam er op neer dat Kamphorst de gemaakte afspraken niet wilde erkennen. Kamphorst wilde doorprocederen. De Wilde vindt dit niet correct en legt de keuze voor aan de Raadscommissie. De Raadscommissie volgt vervolgens de lijn van De Wilde en wil dat er een overeenkomst komt met ons. Dat de Gemeente deze overeenkomst daarna niet invulde wekt gezien het bovenstaande geen verwondering.

In de veronderstelling u wederom naar behoren te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

J.J. Vahstal

Vahstal Holding en overige Vahstal bedrijven