Bron: Volkskrant
Een cultuurverandering in Den Haag met tig ambtenaren zal niet lukken. Dus politiseer de ambtenarij, dat schept helderheid, en kweek andere ambtenaren op, betoogt Frank van Beers.
In de discussie over de nieuwe bestuurscultuur in politiek Den Haag gaat het vooral over de verhouding tussen de Tweede Kamer en het kabinet. Ministers informeren de Kamer niet, niet volledig, te laat en onjuist. En ze blijken daar in de ministerraad ook nog afspraken over te maken. Rutte en consorten mogen een probleem zijn, ze zijn niet het enige probleem. De ruim 100 duizend rijksambtenaren zijn misschien wel een veel groter probleem. En hun gedrag verander je niet zomaar.
De brieven aan de Tweede Kamer worden geschreven door ambtenaren, ook de brieven met onjuiste of onvolledige informatie. De zwartgelakte informatie in brieven wordt zwartgelakt door ambtenaren. De achtergehouden informatie wordt achtergehouden door ambtenaren.
De vijand
Voor het kabinet zijn de samenleving, de Tweede Kamer en de media de vijand. De 100 duizend rijksambtenaren zijn de cavalerie die netjes in het gelid loopt. Het ambtenarensysteem heeft twee doelen: de minister uit de wind houden en de minister in het zonnetje zetten. En als dat moet met het verkondigen van halve waarheden en hele leugens, dan zij dat zo. En dat is natuurlijk niet alleen gebeurd rond de toeslagenaffaire.
Denk aan Hawija, de bouwfraude, de HSL, de Betuwelijn, enzovoorts. En hoeveel van die betrokken ambtenaren zijn denkt u ontslagen? Ik denk nul. En hoeveel van hen zijn de afgelopen jaren gepromoveerd? Ik denk honderden. Het systeem loont.
Ik werkte jarenlang bij een voorlichtingsdienst en zag de cultuur veranderen. Voorlichting werd politieke pr. Van voorlichters werd steeds meer verwacht dat ze kluitjes maakten waarmee journalisten het riet ingestuurd konden worden. Het ging niet langer om open en eerlijk communiceren, maar om vertellen wat de minister uitkwam en verdraaien of verzwijgen wat de minister niet uitkwam. De WOB heeft als uitgangspunt ‘alles is openbaar tenzij’, in de praktijk was het uitgangspunt ‘alles is geheim tenzij’.
De topambtenaren van vandaag, de directeuren voorlichting en directeuren-generaal, zijn gepokt en gemazeld in het systeem. De ambtenaren eronder doen vrolijk mee: de carrière. Er zijn uitzonderingen, zeker, maar die worden geen directeur-generaal of directeur voorlichting.
Een cultuurverandering begint en eindigt dus niet bij een paar ministers, die begint en eindigt bij 100 duizend ambtenaren. En dat is onbegonnen werk. Ik heb zo’n cultuurveranderprogramma meegemaakt. Een farce. Een heidag, een lezing, drie cartoons in het personeelsblad en wij werden geacht heel anders te denken en te werken. De dagelijkse praktijk bleef hetzelfde.
Lulletje rozewater
De grootste fout die nu gemaakt kan worden, is weer met zoiets komen. Een programmaminister die een verandertraject moet vormgeven. Doe het niet. Zo’n minister is vier jaar lang het lulletje rozewater in de Trêveszaal en er verandert niets.
Een mogelijke oplossing is het ontslaan van elke ambtenaar boven schaal 14, maar dat zal niet gebeuren. Dan blijft maar een andere optie: politiseer de ambtenarij.
Geef elke minister een eigen kabinet: tien, vijftien adviseurs en woordvoerders die tot doel hebben de bewindspersoon fulltime te bewieroken. Voordeel is dat iedereen dit weet. En ja, dat gaat spanningen opleveren: op het ministerie, in de relatie met de media en met de Kamer. Het enthousiasme van ambtenaren om in de houding te springen voor deze bewierokers zal niet groot zijn; niet alleen omdat ze wel heel opzichtig van de club ‘mijn minister vooruit’ zijn, maar ook omdat ze geen invloed hebben op eventuele promoties.
De media zullen deze lui voor geen meter vertrouwen en ze het vuur na aan de schenen leggen; elk Kamerlid weet dat ze extra alert moeten zijn op alles wat ze krijgen opgestuurd. Het zal een sfeer van wantrouwen met zich meebrengen. Misschien niet de ideale situatie, maar beter dan de huidige situatie.
Ondertussen kan geprobeerd worden een nieuwe generatie ambtenaren aan te trekken die wel handelt in het algemeen belang, die eerlijk en open is, zowel richting het publiek, de media als de Kamer. Als deze nieuwe generatie over tien, vijftien jaar op belangrijke posities zit, kunnen de kabinetten weer worden afgeschaft.