Andere parkeernormen voor sociale huurwoningen? Dat is volgens de Burger Partij Amersfoort (BPA) pure discriminatie. Het is daarom dat we tijdens de gemeenteraadsvergadering van 29 januari 2019 tegen zowel dit collegevoorstel als de bijbehorende moties en amendementen hebben gestemd.
Het idee dat burgers met een sociale huurwoning minder gebruik maken van de auto zou misschien cijfermatig kunnen kloppen, maar de praktijk is vaak anders. Om enkele voorbeelden te noemen:
- Thuiswonende kinderen kunnen door hun lage inkomen nog geen huis kopen, noch komen zij in aanmerking voor een andere sociale huurwoning door de wachtlijst van maar liefst 10 jaar in Amersfoort. Dit terwijl zij vaak wel een auto bezitten, bijvoorbeeld voor hun vervolgopleiding of werk.
- Burgers die plotseling een armoedeval meemaken, bijvoorbeeld door verlies van baan of relatie, en daardoor naar een goedkopere sociale huurwoning moeten uitwijken bezitten vaak nog een of meerdere auto’s waar zij wel van afhankelijk zijn.
- Juist ook burgers in een sociale huurwoning die in deze moeilijke tijden blij zijn met een baan zijn vaak afhankelijk van de auto. Het is de praktijk dat vrijwel iedere werkende in een gezin (bewoners van een sociale huurwoning niet uitgezonderd) een auto bezit om van en naar werk te reizen.
In die enkele gevallen waar bewoners van een sociale huurwoning gedwongen zijn om een parkeerplaats mee te huren, terwijl zij hier geen gebruik van (willen) maken moet een passende oplossing gezocht worden. Dit staat onzes inziens echter los van het raadsvoorstel.
Raadsvoorstel_Parkeernorm_sociale_huurwoningen_